U dient ingelogd te zijn om favorieten te kunnen toevoegen aan Mijn Jure
U kunt zich hier gratis registreren
Datum uitspraak:
Datum publicatie:
Rechtsgebied:
Zaaknummer:
Soort procedure:
Zittingsplaats:

Inhoudsindicatie:

belang bij voeging

Gepubliceerde uitspraken in deze zaak:

Uitspraak



GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE

Sector handel

Zaaknummer : 200.042.649/01

Zaak/rolnummer rechtbank: 800510 \ CV EXPL 08-8011

arrest in het incident van de tweede civiele kamer d.d. 28 september 2010

inzake

[eiser 1],

wonende te [woonplaats],

eiser in het incident,

hierna te noemen: [eiser 1],

advocaat: mr. L.C.M. Jurgens te Amsterdam,

tegen

[verweerster],

wonende te [woonplaats],

appellante in de hoofdzaak,

verweerster in het incident,

hierna te noemen: [verweerster],

advocaat: mr. L.C.M. Jurgens,

en

VARDE INVESTMENTS (IRELAND) LIMITED,

gevestigd te Dublin, Ierland,

geïntimeerde in de hoofdzaak,

verweerster in het incident

hierna te noemen: Varde,

advocaat: mr. G.J. Schras te Spijkenisse.

Het geding

Bij exploit van 21 juli 2009 is [verweerster] in beroep gekomen van het tussen Varde en haar gewezen vonnis van de Rechtbank ’s-Gravenhage, sector kanton, locatie Leiden, van 29 april 2009. Bij “incidentele memorie voorafgaand aan de memorie van grieven houdende de incidentele vordering tot voeging (art 217 Rv)”, met producties, heeft [eiser 1] gevorderd te worden toegelaten als gevoegde partij aan de zijde van [verweerster]. Bij dezelfde memorie heeft [verweerster] met de vordering ingestemd. Bij antwoordmemorie, met producties, heeft Varde de incidentele vordering bestreden. Vervolgens is onder overlegging van de stukken arrest in het incident gevraagd.

Beoordeling van de incidentele vordering

1. Het gaat om een zogenaamde “Dexia-zaak”. [verweerster] heeft van (een van de) rechtsvoorgangster(s) van Dexia in maart 2000 een aandelenleaseovereenkomst van het type Winstverdriedubbelaar gesloten. In maart 2003 is tussen Dexia en [verweerster] een vaststellingsovereenkomst op basis van het “Dexia-aanbod” gesloten. Dexia heeft haar vordering uit die overeenkomst gecedeerd aan Varde.

2. Varde vordert in deze zaak nakoming van de vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter heeft bij het hiervoor genoemde vonnis de daarop gerichte vordering van Varde toegewezen en [verweerster] veroordeeld tot betaling aan Varde van € 4.980,86, met rente en kosten.

3. [verweerster] vordert in hoger beroep dat het vonnis van de rechtbank wordt vernietigd en dat de vordering van Varde alsnog wordt afgewezen. Daarnaast vordert zij dat Varde wordt veroordeeld tot terugbetaling van al hetgeen zij op grond van voormeld vonnis heeft of zal hebben betaald, met veroordeling van Varde in de proceskosten van beide instanties.

4. In dit incident gaat het over de vraag of [eiser 1] belang heeft bij voeging in de zin van artikel 217 Rv .

[eiser 1] voert, naar het hof begrijpt, aan dat hij ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst met [verweerster] in gemeenschap van goederen was getrouwd en dat hij er belang bij heeft zich te voegen aan de zijde van [verweerster] om naast [verweerster] zijn rechten op de huwelijkse goederen gemeenschap te beschermen. Enige toelichting hierop ontbreekt, terwijl Varde op dit belang niet ingaat. Beide partijen putten zich uit in uitvoerige betogen over de toewijsbaarheid van de vordering in de hoofdzaak, doch in dit incident is een beoordeling van die vordering niet aan de orde.

5. Voor toewijzing van de incidentele vordering is vereist dat [eiser 1] belang heeft bij afwijzing van de vordering van Varde. Het hof oordeelt over dit belang als volgt.

De door [verweerster] aangegane schuld is een gemeenschapsschuld. Uit de door [eiser 1] geproduceerde stukken volgt dat de gemeenschap tussen hem en [verweerster] in 2004 is ontbonden. Ervan uitgaande dat inmiddels verdeling van de gemeenschap heeft plaatsgevonden - [eiser 1] stelt dit niet - is [eiser 1], als degene die de schuld niet is aangegaan, aansprakelijk voor de helft van de schuld (art. 1:102 BW) en kan hij dus door Varde voor die helft worden aangesproken. Dit betekent dat [eiser 1] belang heeft bij afwijzing van de vordering van Varde op [verweerster]. Dit belang heeft hij overigens ook in het geval de gemeenschap nog niet verdeeld zou zijn. In dat geval geldt dat Varde zich op goederen van de gemeenschap kan verhalen voor zover deze nog niet zijn verdeeld (art. 1:100 lid 2 BW).

Nu [verweerster] en [eiser 1] kennelijk, met dezelfde advocaat, in deze zaak samen wensen op te trekken, is enige relevante vertraging niet te verwachten. Het verweer van Varde dat de voeging van [eiser 1] tot aanzienlijke vertraging zal leiden, faalt dan ook.

6. De vordering wordt toegewezen. De uitspraak over de kosten zal worden aangehouden.

Beslissing in het incident

Het hof:

- laat [eiser 1] toe als gevoegde partij aan de zijde van [verweerster];

- houdt de beslissing over de kosten in het incident aan totdat in de hoofdzaak zal worden beslist;

- bepaalt dat de zaak op de rol van 9 november 2010 wordt geplaatst voor het nemen van de memorie van grieven in de hoofdzaak.

Dit arrest is gewezen door mrs. A.A. Schuering, T.L. Tan en A.A. Rijperman en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 september 2010 in aanwezigheid van de griffier.

Wegens ontstentenis van de voorzitter is dit arrest ondertekend door de oudste rechter.


» Juridisch advies nodig? « advertorial

Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?

Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.



naar boven      |      zoeken      |      uitgebreid zoeken

Snel uitspraken zoeken en filteren

> per rechtsgebied > op datum > op instantie

Gerelateerde advocaten

Gerelateerde advocatenkantoren

Recente vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature